Kraaienpoot

f6c5507b06137163e255b39ef88ebd53Als klein meisje deed ik de kleren van mijn moeder aan, wilde ik haar lippenstift op en corrigeerde ik boos degene die me 4 ipv 5 jaar schatte. Want ik wilde groot zijn. Groot is leuk, groot is tof, groot is erbij horen. Toen ik twintig was veranderde dat en wilde ik tot in de eeuwigheid 20 blijven om biertjes te drinken, dansjes te dansen, durüm te eten ’s nachts en elke avond vrienden voor het leven te maken met barmannen. Maar dat was een fase. Nu wil ik weer groot zijn. Want in je eentje ’s nachts durüm rollen snacken bij Ahmed van om de hoek is een beetje zielig op een leeftijd waar iedereen grotemensendingen doet zoals werpen (kinderen), nestelen (niet voor de tv helaas), en denken over de vooraltijds en vooreeuwigs voor het altaar. Welnu. Ik ben ook wel degelijk ouder geworden. Ik ben 31 en dat is meer dan 20. Ik heb een volwassen relatie (even de inwendige hysterie buiten beschouwing gelaten als ik een berichtje zonder kusje krijg), doe redelijk verantwoordelijke psychologendingen (de facebooksessies onder werktijd niet meegeteld), heb een appartement zonder muizen en ooraannaaiende huisbazen, verkies fitheid en hardlopen op zaterdag vaker boven gigantische katers.

Maar hier komt het. Men schat mij over het algemeen geen dag ouder dan die dürumvretende student van 23. Ik, een verantwoordelijke shrink met hardlooprondjes en relatie via een datingsite word aangezien voor een giebelend grietje dat slechts enkele maanden geleden de collegebanken heeft verruild voor de echte wereld en eens mag laten zien hoe goed die tentamenstof is blijven hangen. Dat is vast schattig en charmant omdat de kraaienpoten blijkbaar onopgemerkt blijven en ik er nog niet uitzie als een verkreukelde krant, maar het gaat vervelen hoor, echt! Jong staat gelijk aan onervaren, naïef, onnadenkend, ‘zij die nog niet echt meetellen met het echte leven’, de voorspekenbonens, die de dingen nog niet voor elkaar hebben, en dus geen recht van spreken hebben.

Aanschouw alhier de misère:

  • De caissière van de Albert Heyn bij de aankoop van een fles wijn: mag ik vragen hoe oud u bent? ‘NEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEE, kijken met je ogen trut! Je zou m’n kind kunnen zijn als ik er vroeg bij was. Mag ik mijn wijn please meenemen of zal ik hem maar omruilen voor pasoa jus of canei?’ De realiteit: ‘hier heb je m’n paspoort, ik ben 31.’ Als kers op de taart schiet de rij achter me nog even hartelijk in de lach, de ene helft beschaamd omdat ze in het kamp van de caissière zitten, de andere omdat ze geen oogkleppen hebben en ondertussen al in hebben gezoomd op de fijne lijntjes in mijn gezicht die schreeuwen om hydratatie.
  • Cliënten op werk: op een toon die loopbaancoach/ oude docent van de middelbare school/ oom zou kunnen inzetten:  ‘hoe lang werk je hier al?’, of nog beter ‘is zeker wel leuk hè zo’n baan, om ervaring op te doen?’ Fijn dat je denkt dat ik met tekstboek van de uni en spiekbriefjes deze behandeling moet doen omdat ik nét uit mijn moeders baarmoeder gekropen ben. Fijn dat je bij voorbaat al denkt dat ‘dit grietje je echt niet kan gaan helpen omdat ze geen ‘levenservaring’ heeft’, waardoor ik minstens 3 sessies extra kwijt ben om je vertrouwen te winnen. Ik zal mijn onervarenheid eens flink compenseren door moeilijke, niet uit te voeren huiswerkopdrachten mee te geven en in elke zin 2 ingewikkelde psychologische termen te noemen die je niet kent.
  • Collega’s die ik niet zo vaak zie: ‘kun je dit al?’, of ‘misschien is dit meer iets voor ….(fossiele collega)….’ onderwijl een blik werpend op mijn fel groen shirt en sneakers. Ik woon inderdaad niet al vanaf m’n 25ste in een degelijk gehucht, draag graag kleurtjes en prefereer sneakers boven colbertjes met bloesjes, maar ik kan best dingen.  Goed om te zien dat collega hulpverleners zich niet laten leiden door hun vooringenomenheid. Een uitstekende kwaliteit van psychologen.
  • Ik kan ook al niet naar werk mijn leuke rode trui aan waar 1987 groot op staat. Want mensen zullen geloven dat het m’n leeftijd is en erger: ze zullen verbaasd zijn dat ik al zo oud ben.
  • ‘Jij hebt zeker geen kinderen hè’, onderwijl een snelle scan van kruin tot teen uitvoerend, en dan met een vanzelfsprekend glimlachje erachteraan en een blik die zegt ’tuurlijk niet’. Voor zover ik goed heb opgelet bij biologie beginnen de meeste meisjes toch al met bloeden en vruchtbaar worden vóór hun zestiende en wordt er steeds vroeger van jetje gegaan. Ik zal gekke Henkie wel zijn, maar volgens mij zou ik in theorie best een koter aan de tiet kunnen hebben.
  • Iedereen die ik vertel dat dit een heel vervelend probleem is: ‘dat is toch leeeeeeeuk als je jonger wordt geschat, ik ben jaloers, je ziet er gewoon lekker jong uit, wees er maar blij mee, over een paar jaar denk je er wel anders over, blablablapoep’. NEE. NIET LEUK. Gewoon niet. In alle bovenstaande situaties word je namelijk al gauw gedwongen om mensen van repliek te dienen met een zin als ‘ja, maar ik ben al 31 hoor’. Dit blijkt je volwassenheid niet erg te onderstrepen en vergroot enkel het overdebolaai-effect.

ZUCHT.

Het leven is moeilijk. Ik trek ter compensatie vandaag maar m’n enorm hoge hakken aan waarmee ik 1.90 lijk. Kijken de  mensen toch een beetje tegen me op.