De bouwvakker

Screenshot_20170728-055529

Al sinds ik me kan herinneren heb ik op een gemiddelde dag de trek van een bouwvakker van 130 kilo. Ik voel me een stratenmaker of dakdekker die nadat hij zijn 8-boterhamtellende brooddoos heeft leeg gegeten nog prima plek heeft voor een toetje in de vorm van een broodje bal. Ik huppel ’s ochtends mijn bed uit, niet zozeer omdat ik uitgeslapen ben, maar omdat ik na een hele calorieloze nacht met dichte ogen en donkerte, weer kan eten. Yes! Als ik mijn gang zou gaan kan ik prima 4 boterhammen met ei op maar tegenwoordig eet ik beschaafd een kom havermout, steevast gevolgd door diepe teleurstelling dat hij nu alweer op is. Als mijn vriendin M. komt eten ben ik altijd blij, sowieso om haar te zien, maar ook omdat zij net als ik een lintwormenfamilie in zich heeft huizen; het is erg bevrijdend om niet een half uur beheerst aan één blokje chocola te hoeven nibbelen of drie kwartier over een bordje pasta te hoeven doen, omdat vrouwen beheerst eten en binnen een poep en een scheet vol zouden zitten, maar om in moordend tempo twee borden te kunnen verorberen en 5 blokjes tegelijk in je mond te kunnen stoppen. Een vrouw naar m’n hart.Het overdadige achterover leunen na een dikke brunch met zalm en ei en avocado en pannenkoekjes en ‘echt niks meer kunnen eten tot vanavond’ is mij volledig onbekend. Meestal ben ik alweer aan het bedenken wat ik straks wil eten. De verzadigingsprikkel is bij mij maar een zacht lieflijk alarmbelletje dat makkelijk over het hoofd gezien wordt, waarschijnlijk overstemd door het innerlijk juichen bij de aanblik van de rest van de menukaart.

 

Ik heb geleerd om me een beetje in te houden en dat veel van het eetgedrag pure conditionering is. Ik hoef het rood van de netflix-letters maar te zien en een scenario van weldadig besmeerde crackers uitgestald om mij heen dringt zich aan mij op. Het ruiken van het badschuim in een vollopend bad doet mijn chocoladecravings opbloeien en bij het zien van de boyfriend met zaterdagkrant wil ik eieren met spek, en snel een beetje. Om te voorkomen dat ik er straks ook uitzie als de bouwvakker van 130 kg zeg ik tegen mezelf dat ik genoeg heb gegeten, dat ik geen honger meer heb maar trek, dat het enkel de aanblik is van die heerlijk gevulde koelkast die me doet watertanden maar dat ik me 5 minuten geleden nog van geen honger bewust was en dat m’n hoofd me dus gewoon een beetje fopt.

 

Welnu, ik was een erg blij mens de afgelopen maanden: ik bevond me in de eethemel omdat ik met 60 kilometer hardlopen in de week en wat kracht- of circuittraininkjes hier en daar zoveel verbrandde dat ik schaamteloos kon schransen. Naast overwegend gezonde dingen, zoals kilo’s bananenbrood en zelfgemaakte wortelcake-zonder-suiker en van alles met avocado konden een chocoladereepje en een lepel pindakaas uit de pot er makkelijk van af. Al die opgebruikte energie moest immers worden aangevuld en van alle sportfanaten en Runnersworld artikelen mocht ik! Ik moet zeggen dat ik wel even was vergeten de artikelen te lezen over de beruchte marathon-gewichtstoename en toen ook bij mij de bikini hier en daar begon te knellen en ik me realiseerde dat een kilo extra gewicht ongeveer 5 minuten op de eindtijd kan schelen heb ik de vreetfeestjes soms een klein beetje eerder afgebroken maar er hingen nog genoeg slingers. Ik mocht veel rennen in de zon (yes!), werd beloond met adrenaline, endorfinen en bergjes eten (joepie!) en ik had een gelukkige zomer.

 

Tot nu. Nu is het herfst. Nu is alles treuriger. Nu begint de afbouw voor de marathon. Nu moet ik rust nemen. Nu moet ik kappen met zoveel rennen. Nu verbrand ik veel minder en is lanterfanttijd het dokters- en runnersworldrecept. Kortom: ik moet het ook wat rustiger aan doen met de bergen crackers, bananenbroden en wortelcakes omdat de wekelijkse 60 kilometers van het menu zijn gehaald. Hier gaat de schoen wel een klein beetje wringen; er is minder zon en met meer millimeters regen neemt mijn chocolade-trek exponentieel toe. Ook heb ik hardloopzenuwen en marathonopwinding en ben ik in mineur door vallende blaadjes en wat doet deze stereotype vrouw bij spanning, juist: hardlopen, bananenbroden bakken en achter elkaar in haar hoofd stoppen terwijl het nog loeiheet uit het bakblik komt. En beiden moet ik nu beperken als ik niet dodelijk vermoeid en met 10 kilo extra aan de start wil verschijnen.

 

Ook op Netflix is er al niks te bingen, al het leuks is al verslonden in eerdere stressvolle tijden, en mijn favoriete dikke pillen zijn al uitgelezen. WAT MOET IK MET MEZELF AAN?!? Volgende week, een paar dagen van tevoren mag de beer weer los. M’n innerlijke bouwvakker mag een paar kleine rondjes sjokken en zich te goed doen aan winegums, koolhydraten, chocolademelk en witte broodjes met vruchtenhagel. Zonder ook maar een straatje of dak te hoeven bouwvakken. Ik kan niet wachten!

 

 

(Wel daarna nog effe 42 kilometer lopen).