Pastel

Iemand zei mij ooit: alles is gedrag. Ze is psycholoog. Haar vriendin, de taalpurist zei: alles is taal. Weer een ander zei: alles is biologie. 


Ik ben psycholoog en hou van taal maar eens in de maand geloof ik heilig in de bioloog. Overgenomen word ik. De cocktail van hormonen, de in het luchtledige zwevende moederliefde die zich niet kan vastklinken, en het tampon-ongemak maakt mij een projectiel. Een ongeleid, kriskras, grijs projectiel dat zijn weg probeert te vinden door al het groene gras van de buren. Soms spuwend, boos op de bioloog. Soms zuigend, alle moeders en buggy’s absorberend, alle successen opslurpend. Van anderen natuurlijk. Ik ben grijs, want dat is een monotone kleur, een nikszeggende, een middelmatige, een weinig uitgesproken. Kan ook beige zijn. Of mosgroen. Of bruin. 


Eens in de maand ben ik een ander. Mijn grijsheid steekt schraal af tegen de groeistuipen van mijn omgeving die ik met mijn verrekijker dichterbij haal. De trouwerijen, huiseigenaarschappen, 2.3 kinderen, klushuizen die in harmonie worden gestript en opgebouwd, en groeiende carrières. Ik zie ze niet alleen in felpaars, roze, fluorescerende geel en groen, maar zie ze ook overal.


Ik zie bollende buiken, LinkedIn-profielen met lovende aanbevelingen en intelligente cursussen. Ik zie groeiende gezinnen en lachende koppen. Ik zie geen vermoeide moeders die balen van hun afgenomen vrijheid. Nee ik zie moeders die in control zijn, breedlachend met kroost op de arm en  huppelend over speelweides met rietenmandje gevuld met muffins. Ik zie trouwgeloften op social media en op straat zie ik razendsnel hardlopende atleten, in profi kleding, zonder spoortjes zweet, die op weg zijn naar hun huis met grote tuin en openslaande deuren. Soms zie ik ontevredenheid bij anderen, maar die kunnen dat relativeren en zij oefenen met dankbaarheid. Ook dat kunnen die anderen al.


En temidden van dit Indiaas aandoende kleurenwalhalla zweef ik dan op wolkjes van niksigheid en middelmatigheid. Voor mezelf gebruik ik de andere kant van de verrekijker, alles van betekenis verkleinend, onbereikbaarder. Zo is ook al de dankbaarheid die de anderen hebben ver buiten bereik.


Inmiddels, na zo’n 20 jaar van deze maandelijke hormonentraktaties houd ik me rustiger op die wolken. De verrekijker stop ik soms weg en ik wacht. Wacht tot de wolken lager hangen zodat ik er af stappen, met beide benen op mijn eigen grond kan staan. Van dichtbij zie ik dan dat de buren niet eens gras hebben, maar tegels. Ik zie het zweet van de atleet en zijn paarse hoofd. Ik zie ook de vrouwen van 30+ met normale buiken en vetjes, met tas aan de arm in plaats van een kind. Ik ben niet grijs, en de anderen kleuren niet fel. Alles is zachter. Ik ben lila, of mooi mintgroen. Ik ben een mintgroene psycholoog, met rafelig randje die houdt van haar oranje kat en dito vriend, van haar kleurige vriendinnen en familie en die dingen kan en ook niet kan.

Bijna iedereen is pastel en alles is biologie.