Quirks

aEzjrvx_700bIk vind mijn ouders heel leuk. Mijn moeder is zorgzaam en modern, hoewel ze wel ouderwets veel schoonmaakt, neemt altijd de telefoon op voor groot en klein gezeik en bij relatietroubles verzucht ze fijn met me mee ‘ja pff, zo zijn mannen’. Het is dat ik meer weeg dan mijn moeder (wat ik, ondanks ons lengteverschil toch een uitermate verontrustende gedachte vind) anders zou ik best nog eens op schoot kruipen. Mijn vader is minder bezorgd maar rustig en weet van alles een hoop. Als hij iets niet weet kan hij goed doen alsof. Hij is naast een pietje precies ook stronteigenwijs; mijn vader kan, ondanks dat men hem meerdere keren tot stoppen heeft gemaand, tot 03.00 ’s nachts lampen ophangen bij een verhuizing terwijl iedereen al  uren voor pampus ligt na tien bakken babi pangang.

Welnu, desondanks zijn er van die dingen die ik vroeger heel irritant vond. Die ze van elkaar ook irritant vonden en die ik nooit en te nimmer, nevah ever, zekersteweten niet over zou nemen. Nu ik zo’n 31 en nogwat ben moet ik toch concluderen dat er iets geks is gebeurd met die ergernis en het voornemen om op z’n minst andere irritante gewoontes te ontwikkelen, want ik heb ze per ongeluk toch gekopieerd.

De meest in het oog springende, waar de boyfriend me prompt gaat aanspreken met m’n moeders naam, is toch wel dat ik mijn moeder levensecht imiteer als het gaat om het van tevoren finaal de grond in boren van mijn liefdevol gekookte maal. Net voor de eerste hap genomen wordt maak ik nog dankbaar van de gelegenheid gebruik om de eetlust van mijn gezelschap even te doen kelderen. ‘Ja sorry hoor, het is te warm, te koud, te veel komijn, te smakeloos, te papperig, te spicy, ik weet niet wat me bezielde, dit is niet één van m’n beste creaties, wacht ik proef het even, jaaa getsie’. Ik vond het vroeger altijd zo zielig voor mijn moeder dat ze zichzelf niet eens kon belonen voor het feit dat ze weer voor 5 personen had gekookt en rekening had geprobeerd te houden met ieders eetvoorkeuren. Tevergeefs probeerden we te laten zien dat er mensen zijn die een drol voor een goudstaaf kunnen verkopen, als je maar achter je werk staat. Helaas, mijn moeder pakte die drol altijd op, verkocht hem voor een andere drol of smeerde hem uit over de gevulde courgette of stoofschotel. En ik doe het ook. Ik geef m’n moeder bij deze een goudstaaf. En mezelf een aai over de bol.

Bij bepaalde programma’s die de zus, de moeder en ik zelf vroeger volgden was strikte stilte geboden. Wie er doorheen praatte kreeg 3 paar dodelijke blikken en een geërgerd ge-SSSSTTTTTTTTT. Andersom ging dit echter anders. Wanneer mijn vader iets keek waar hij even zijn aandacht bij wilde houden, bijv. studio sport, dan leek dit voor mijn moeder vooral op een startsein om een gesprek te beginnen. Of we het schaduwprogramma even konden staken, was een veelgehoorde vraag uit mijn vaders mond. Vroeger snapte ik niet dat ze niet even stil kon zijn, maar nu ik oud en praatgraag ben des te meer. Zodra de boyfriend een I-pad met autofilmpjes tevoorschijn tovert weet ik dat ik m’n muil moet houden. Maar prompt verzamelen zich in mijn hoofd razendsnel allerlei onderwerpen die ik nog moest aansnijden (hoe denk je over de doodstraf? zal ik m’n haar weer blond of donker verven? vind je Halina Reijn please ook zo’n kut?) en binnen de kortste keren wordt het ondragelijk om alles binnen te houden. Ik vind autofilmpjes leuker met schaduwprogramma.

Mijn vader is altijd bereid om mee te denken en kritisch te kijken. De kunst van bijv. het schrijven van sollicitatiebrieven leerde ik toen ik mijn originele exemplaren vol rode strepen terugkreeg. Keer op keer waren zijn commentaren zinvol, dat was de pest, maar soms had hij meer besteed aan het rood dan ik had besteed aan de oorspronkelijke tekst. Mijn vader is een p.e.r.f.e.c.t.i.o.n.i.s.t. Ik moet nog immer op mijn tong, dan wel pen bijten als iemand me vraagt mee te kijken met zijn of haar stuk. Rood is niet alleen de kleur van de liefde, ook van de kritische strepen. Ik hou dus van rood, helaas maar waar.

Als mijn moeder boos, verbaasd, geërgerd is of ze een mening heeft ergens over dan hoeft ze die niet meer verbaal toe te lichten. Laten we zeggen dat mijn moeder binnen een nanoseconde haar kaarten zou verspelen bij poker. De spieren in haar gezicht spelen een werkelijk waar prachtig non-verbaal spel en spreken voor zich. Wij reageerden vroeger dan ook direct op mijn moeder gezicht; ‘Jezus, ik zie het al, je vindt er iets van’, waarop mijn moeder bijzónder verbaasd reageerde en totáál níet snapte waar we dát nou weer vandaan haalden?! Tsja. Ik op mijn beurt begreep ook maar niet dat mijn collega’s mij bij m’n vorige baan altijd knipogend contact maakten als ik blijkbaar vuurspuwend keek naar iemand met een opinie die me niet aanstond. Wat keken ze nou, ik zei toch niks?! Totdat ik mezelf eens terugzag op een video voor een opleiding en hetzelfde prachtige spel der gezichtsspieren terugzag op het beeld. Oh ja.

Ondertussen zit ik hier met een expressief geërgerde blik die de boyfriend op afstand houdt, te bedenken hoe ik deze tekst adrem kan afronden, heb ik ondertussen al honderd rode strepen gezet door mijn probeersels en weiger ik te stoppen voordat het klaar is, net als de lampen bij de verhuizing. Zo ouders zo dochter.