Paint it cherry red

Een van mijn grootste cosmetica problemen schuilt in de nagellak hoek. Eigenlijk in twee hoeken. Nagels. En lak. Vrouwen hebben vaak mooie nagels. Lang en sterk en met wit randje. En dan lakken ze die. Alsof het niks is lakken ze en dat blijft dan altijd lang zitten. Ik zal wel de enige zijn maar ik bespeur hier dus al 5 problemen. Namelijk: Vrouwen hebben lange nagels. Vrouwen hebben sterke nagels. Vrouwen hebben nagels met wit randje. Vrouwen lakken nagels alsof het niks is. En vrouwen hebben nagellak die lang blijft zitten.

Ik ben een nagelbijter. De bitex van vroeger gaf af op alles wat ik aanraakte (ook mijn lekkere boterham met kaas) dus daar stopte ik snel mee. Bijten is bovendien vaak sneller dan knippen of vijlen. En om een stuk van jezelf af te knagen bij stress is soms gewoon het beste. Ik kan tegenwoordig wel tamelijk recht bijten, soms moeilijk te onderscheiden van de geknipte nagel, maar desondanks zijn ze de moeite van het lakken dikwijls niet waard. Jammer, want de gelakte nagel kan namelijk significant bijdragen aan de uitstraling. Het leukt de handen op. Maakt de outfit af. De buitenwereld vertel je ermee dat je net iets meer dan gemiddelde zorg draagt voor jezelf. Wanneer mijn nagels dus sterk en een beetje langer uit een stressvrije periode herrijzen, besluit ik soms in een frivole bui een leuk kleurtje te pakken.
Het volgende scenario ontmoedigt mij om het het komende half jaar nog weer eens te proberen:

Ik pak een potje, rood of roze. Wanneer het er stroperig of klonterig uitkomt heb ik wel afgeleerd om er vol goede moed iets op te kwasten want nadien wekken de handen de indruk dat ik een dienstje in een slachthuis heb gedraaid. Enkel met dunne vloeiende lak sla ik mijn slag.

De eerste paar nagels gaan vaak verrassend goed, maar we weten allemaal dat er een moment komt dat je uitschiet. Dus dat gebeurt. Ik lak er naast, lak de nagelriem, pak een vingertopje mee. Al enigszins op mijn hoede voor groot nagellak-leed dip ik watje of wattenstaafje in de remover en verwijder ik het overtollige rood. Zonder moeite denk je aanvankelijk. FOUT. WEL MOEITE. ALTIJD. ALTIJD HAAL JE MET HET WATJE WAAR ACETON UIT DRUIPT ÓÓK 30 ANDERE PLEKJES OP JE WÉL GOED GELAKTE NAGELS WEG. OF BLIJVEN ER STUKJES VAN HET WATJE PLAKKEN EN HEB JE OPEENS HARIGE NAGELS.

Meestal heb ik op dat punt al grote spijt dat ik er aan begon. Maar ik zet toch even door. Want het rood staat zo hip en sexy en mooi. Op het moment dat ik alles heb aangebracht zie ik alleen dat maantje van mijn nagel er nog door. Hm. Dat kan roder dus. Ik besluit een tweede laag te lakken en voel even of laag nr. 1 al droog is. Dat is nooit het geval. Wat betekent dat 1 nagel een vingerafdruk heeft gekregen als extra touch. De 10 nanoseconden die mijn geduld vervolgens resteert zijn meestal nét niet voldoende om te voorkomen dat de nagels eruit zien als een expressionistisch schilderij waarin je prachtige kwaststreken ziet.

Als dat al niet genoeg is om lelijke rode nagels stante pede af te bijten neem ik meestal nog even de proef op de som. Steevast heb ik precies na het lakken dorst, moet ik plassen, m’n jas aan doen of veters strikken. Het kan niet de 60 sec. wachten die het volgens het potje duurt om te drogen. Moet. Nu.
Als er één ding is dat nog nooit een sterveling is gelukt te doen, naast wereldvrede, dan is het je gulp dicht doen zonder je nog niet opgedroogde nagellak te beschadigen.

De beloning na een half uur kwasten en removen: blanco tamelijk korte lelijke nagels mét rode restjes op de nagelriemen die niemand er ooit afkrijgt. Sehr schön.