De invoeger
Al bijna 4 jaar. Al bijna 4 hele jaren loop ik maandelijks veel leuke kleren of reisjes mis. Ik besteed per dag 13 euro nogwat aan de trein. En ik werk in de zorgsector. Dus dat mag je fijn zelf pinnen. Elke ochtend boemel ik naar Leiden. En elke avond boemel ik terug uit Leiden. In het begin wist ik niet wat ik er mee moest, met al die reistijd. Uit het raam staren is saai. De Spits is een stomme krant. En de Pers is altijd op. Uit pure verveling ontdekte ik echter een goede tijdsbesteding; observeren. Al observerende (soms met psychologische pet op) is er een hoop interessants te ontdekken. Vele bijzonderheden zijn breed uitgemeten en alom bekend, zoals het harde bellen of het meelezen van de lectuur van de buurman. Na jaren van reizen heb ik echter een andere gekkigheid ontdekt. Van een subtieler kaliber wellicht.
Stelt u zich voor: Je zit in de trein. Je hebt je tas naast je (of hopelijk op je schoot, dat is aardiger voor je medemens). Je hebt je MP3 speler aan. Niet te hard uiteraard. Je slurpt van de cappuccino of knabbelt aan broodje kaas. Ondertussen rijdt de trein verder. Je stopt tussendoor op wat stations. Er druppelen telkens wat mensen uit en anderen druppelen binnen. Tot zover geen nieuws.
Prompt roept de conducteur om dat we het eindstation naderen. Let wel het eindstation, wat zoveel inhoudt als: iedereen moet eruit. En dan ook met tas en telefoon, en al je meegesjouwde rotzooi. Op zo’n moment ontstaat er reuring. Mensen gaan hun jas aandoen. En mensen gaan hun laptop inklappen. EN, en nu komt het, sommige mensen staan al op. Ze gaan een soort treintje vormen in de trein. Want ze moeten haasten. Of overstappen. Deze mensen die een soort treintje vormen in de trein willen er snel uit. Dat stel ik me er bij voor. Als ik een bus moet halen, sta ik ook op. Als ik alle tijd heb, blijf ik zitten. Soms staan mensen wel 5 minuten lang in zo’n treintje. Op hele hoge hakken. Of worden ze heen- en weer geslingerd omdat de trein zo gaat schudden vlakbij het eindstation. Ze hebben er echt iets voor over om snel de trein uit te kunnen.
Nu is er dus een bepaald type mens, en er is zeer aannemelijk een correlatie met de asociale beller, dat blijft zitten tot de trein stilstaat. Dat type zit dus lekker zittend van cappuccino te slurpen terwijl de haastende mensen al in hun treintje staan. Op het moment dat de trein daadwerkelijk tot stilstand is gekomen, staat dit type op. En! (en wellicht vind u dit niet zo schokkend als ik en doet u het zelf ook) wil hij of zij direct invoegen in het treintje in de trein. Sommige mensen verwachten drukte bij het uitstappen en gaan zodoende met hun vooruitziende blik alvast staan. Want dan kunnen ze er snel uit. Andere mensen blijven op hun achterste zitten en willen dat deze mensen plaats maken. Zodat zij er óók snel uit kunnen. Het duurde even voordat ik me realiseerde dat dit eigenlijk niet zo bijzonder aardig medereizigers gedrag is. Verbazend is het, en ook daar is vast een correlatie met een of andere goede Big-Five karaktertrek, dat de mensen in het treintje probleemloos plaatsmaken voor de aso-invoeger. Dat is me toch ook wat. Al dat geschud op die hoge hakken voor niks. Jammer genoeg is het nét niet asociaal genoeg om er iets van te zeggen. Lang niet iedereen merkt dit op namelijk. Daar moet je een geoefend trein-oog voor hebben.
De remedie blijkt de volgende, het zal u niet verbazen: zelf ook subtiel asociaal terugdoen. Zo heb ik een tijdje heel fanatiek staan word-feuden en had ik zogenaamd geen enkel oog voor mijn omgeving. En liet ik zodoende *oepsie* niemand invoegen. Soms wierp ik nog, op de koop toe, een vluchtige verontschuldigende ‘oh sorry, ik had helemaal niet gezien dat u wilde invoegen’ blik achterom. De blonde zakenmevrouw met aktetas uit Alphen aan den Rijn blijft nu mooi in d’r mand. Gerechtigheid. Geen dank.