De cafetariaruzie

1a6d54e174aebc10cbcaa94701dfe2f0 - kopie  Ik ben wat je tegenwoordig hip noemt: een flexitariër. Ik vind vlees te lekker en heb te weinig geweten om kippen en koeien voor altijd van de barbecue te verbannen, maar opwarming van de aarde, smeltende poolkappen en zielige dierenfilmpjes maken dat ik vaker een bak falafel in mijn mandje gooi in plaats van een smeuïg kippendijtje.  Maar toch hè, hoeveel ik inmiddels houd van zoete aardappels en quinoa, de mexicano zal ik nooit opgeven. Hij is mijn guilty pleasure. Het pittig gekruide vlees, (‘vlees’), die mooie ribbelachtige structuur, afgemaakt met een goede kledder cafetaria pindasaus, ik ga er van kwijlen als de hond van Pavlov.

Zo ook op die zaterdagnacht in Utrecht. Ik en de man zitten in de cafetaria, samen met vrienden, nadat we duizend bier soldaat hebben gemaakt. Uiteraard gaan we na die duizend bier, nog net niet in polonaise, naar de cafetaria. De man is een notoire cafetariahater, maar is bereid voor de vorm een kroketje te bestellen. Ik voel een klein beetje schaamte, want mijn guilty pleasure eet ik meestal stiekem in mijn eentje, op een avond dat hij niet thuis is. Maar vanavond ga ik er helemaal voor.  ‘Wil je ook een hapje?’ vraag ik. Als hij het proeft snapt hij het wel denk ik. Ik maak met mijn plastic vorkje met mexicano vliegtuigbeweginkjes voor zijn mond. Hij zit er bij als mijn tweejarige neefje die op elke groente NEE zegt. ‘Nee dankjewel, dat hoef ik niet’, zegt hij onbewogen. Wat ik hoor is, wellicht gekleurd door de Brugse Zotten en Vedettjes ‘Nee gatver, zó’n walgelijke snack vreet ik niet’. Ik word al een klein beetje boos maar de alcoholjoligheid wint het nog. ‘Aaah toe nou, is lekker, écht, probeer nou effe man’. Hij weigert met een afgemeten en correct ‘Nee, dankjewel’. Haalt ‘ie nu met z’n elitaire ‘dankjewel’ z’n neus op voor mijn snack? ‘Jezus man, doe niet zo kinderachtig, het is heus niet vies, je hebt toch ook weleens eens frikadel op?’

Ik had natuurlijk moeten weten dat bij elke extra aansporing de kans op mexicanohappen exponentieel afnam want ik ken hem als mijn broekzak, maar ik ben dronken, ik wil dat hij het opeet en nu wordt er een principekwestie. Mijn snack is niet te min! Mijn snack doet er toe! Ik ben een goed mens die gewoon af en toe mexicano eet! ‘What the fuck, jij bent zo enorm koppig, doe niet zo debiel principieel, neem gewoon een hap en je bent van me af’. Maar nee, ik kan hoog en laag springen, hij houdt het bij z’n verwijfde kroket. Ik wil stampvoetend weglopen, want de Brugse Zotten maken me zo mogelijk niet redelijker. Dit gaat inderdaad nog steeds om een mexicano. Maar voor mij staat de hele gelijkwaardigheid in onze relatie op het spel. En heel Utrecht zal het weten. De vrienden staan er inmiddels een beetje ongelovig en verbluft naast. Ik zie ze hard nadenken over wat hier nu eigenlijk gebeurt en wat ze kunnen zeggen zonder dat ze verplicht mexicano’s moeten eten van mij.

Ik loop weg. Inmiddels begin ik me te schamen maar dan kun je twee dingen doen. Zand erover, strijdbijl begraven, sorry zeggen, toegeven dat je een beetje overdreef en er dan keihard om lachen samen. Of je kunt alle munitie verzamelen die je hebt om je punt te maken en aan jezelf te blijven verkopen dat deze ruzie echt de moeite waard is. Laten we duidelijk stellen dat ik achteraf begrijp dat de eerste natuurlijk de beste optie was geweest, maar dat ik koos voor de tweede. Het werd een enorm drama met veel janken, onredelijkheid, oude koeien, al gestorven koeien, opgegraven lijken van koeien en afgestofte beenderen van koeien. Alles kwam voorbij.

Pas twee maanden later kunnen we voorzichtig bij elkaar peilen hoe het woord ‘mexicano’ valt en met uiterste precisie een voorzichtig mondhoekje opkrullen om er heel kort met elkaar om te lachen. Maar het is nog een teer punt; een te hard lachsalvo kan zomaar worden opgevat als uitlachen, een verkeerde neusophaal als een minzaam snuiven en voor je het weet slaan we elkaar weer met frikadellen en berenklauwen om de oren. Terwijl we op deze manier voorzichtig om het onderwerp heen dansen, ben ik ondertussen aan het bedenken hoe ik stukjes mexicano ongezien kan verwerken in een zoete aardappel quiche met quinoabodem.