Afwasmasjien

Door de jaren heen heb ik qua woonruimte veel vooruitgang geboekt. Van kamers in krotten, compleet met rioolluchten en versteende spinnenwebben, naar een heel fatsoenlijk appartement. Met een balkon, douche waarin je je kont kunt keren, inbouwkasten, een hal en een naar mijn smaak te grote afstand van keuken naar eettafel (zeker 10 stappen). Ik heb nu een hoop dingen die mijn huizenhart begeert.

Eén immer storende factor in de categorie wonen is echter de keuken. De keuken zonder vaatwasser. Op zich ben ik niet te lui om af te wassen, integendeel. Maar het zit zo: een keuken waar alles schoon is, waar een geurige soep staat te pruttelen, waar kookgerei net is afgewassen, waar de uiensnippers (die sowieso overal neerdwarrelen) opgeruimd zijn, is werkelijk waar een lust voor het oog. Ik kan daar blij van worden. Het geeft een gevoel alsof ik de dingen goed voor elkaar heb, net zoals wanneer ik matching ondergoed draag, ruim op tijd ben voor de trein, een keer niet hoef bij te boeken van spaarrekening naar betaalrekening.

Deze lust verandert alleen steevast, binnen afzienbare tijd, in een doorn. Een doorn in het oog welteverstaan. Zonder vaatwasser blijft het namelijk hoogstens één uur in deze hoedanigheid blinken en pruttelen. Waar het vandaan komt, geen idee, maar bij mij heeft zich altijd in een mum van tijd weer een klein leger aan vieze kopjes, snijplanken, bordjes, lepeltjes, bakjes, glazen, vorken, kommen, keukenhulpstukken verzameld. Gemiddeld heb ik dus 1 uur per dag het gevoel dat ik de dingen voor elkaar heb.
Ik doe een tijdje alsof het me niks uitmaakt. ‘Afwas hoort bij het leven’, zeg ik dan tegen mezelf. As if. Bovendien, of ik het nu succesvol heb genegeerd of niet, er komt natuurlijk een punt waarop de geurige soep gegeten gaat worden. Ja hoor, stapels soeplepels, kommen en pannen hopen zich op alsof het niks is. Voordat ze daar mij expres gaan lopen te liggen irriteren stroop ik de mouwen maar weer op, daarna eet ik vast nog een cracker, drink ik een kop thee, eet ik chips dat ik een bakje doe zodat ik niet de hele zak leeg eet (wat nooit werkt), geenideewatikallemaaleet, maar veel afwas is het bijeffect. Als je dat nu maar achter een deurtje kon zetten. En dat deurtje kon dichtdoen zodat je het niet ziet. En dat er achter dat deurtje dan ook nog afgewassen wordt. Man o man, wat een uitvinding.

Soms kan ik de afwas beter verdragen, bijvoorbeeld op momenten dat hij overzichtelijk en goed op te stapelen is. Goed op te stapelen afwas is fijn, want dat leidt tot overzichtelijke chaos. En die laat zich makkelijker negeren. Bakjes die in elkaar passen, bordjes van dezelfde grootte die je op elkaar kunt zetten, glazen die in elkaar te stapelen zijn omdat ze geen irritante voetjes hebben zoals wijnglazen. Niet dat dat vaak het geval is. Mais non. Vaak is het een ratjetoe aan zooi. Zooi in volwassen keuken. Het afwassen op zich is ook iets waarvan ik vind dat ik het op m’n 30ste eigenlijk alleen nog hoef te doen als ik met m’n camper door Canada trek en midden in de bossen, tussen de beren en alles, een prutje heb gekookt met bonen en dat dat dan schoon moet. Niet dagelijks in Rotterdam waar ik m’n afwassporen al wel verdiend heb zo onderhand. Er zijn bepaalde huishoudelijke taken waar iedereen z’n voorkeur voor en afkeer van heeft. Wat afwas betreft heb ik absoluut geen afkeer van borden. Ook niet van bakjes. Maar glázen. En besték. En pánnen. Schiet mij maar lek, je kunt zo nooit lekker snel boenen. Afdruiprekken hebben bovendien een duidelijke bestemming voor borden, zodat ze heel overzichtelijk kunnen druipen. Maar die 8 glazen van verschillende grootte, onderdelen van de keukenmachine, pannen en vergieten. Ja, die leg je allemaal op en door  elkaar, en dan glijdt er weer iets af, en dan breekt er een randje van een glas en dan heb je de volgende ochtend altijd het onderste nodig en dan is het nooit droog.

Het schijnt zo te zijn, heb ik vernomen van diverse stellen met vaatwasser, en merk ik soms ook wel op de dagen dat ik gebruik maak van de vaatwasser van de boyfriend, dat het inruimen van de vaatwasser echter ook besognes met zich meebrengt. Zo zorgeloos is een leven met vaatwasser niet. Want kun je de glazen en kopjes door elkaar zetten of moeten ze geordend elk aan 1 kant? Zet je bestek nu met het handvat naar boven of naar beneden? Zet je die specifieke pan in de vaatwasser of is hij te mooi en moet je die apart afwassen? Doe je met of zonder voorspoels?

Zuchterdezuchterdezucht.
Het leven gaat weer eens niet over rozen.

(Maar over neurosen).