Het strand der liefde

Een kwart van ons leven, talloze fotoboeken, oneindige lessen, ontelbaar veel gewoontes.  Onze liefde was als een lied van Muse; prachtige teksten, pompeus, refreinen die in je hoofd blijven schitteren, maar ook een melancholisch randje, drukkend op het gemoed. Of als het Hollandse weer, met afgebakende seizoenen, enige onvoorspelbaarheid, regelmatig strakblauwe  luchten, altijd iets moois op de zichtbare horizon, maar na flinke hete dagen ook weer onweersdreiging. Ik kan nog wel een poging doen met een liefde als een Dolomitisch berglandschap, van prachtige vergezichten, overdonderende pieken, steile hellingen die je ook in het zweet doen werken en…Tsja, ze doen geen recht, een liefde behelst te veel, is te groot en uniek om plat te slaan met een metafoor of ander stijlfiguur, dat realiseer ik me nu de harten gebroken zijn.


Tegelijkertijd is liefdesverdriet, net als een bruiloft, geboorte of verhuizing, ook maar een categorie in het Hallmark kaartenvak. Aan de orde van de dag, gebeurtenissen ‘des levens’, iedereen krijgt zijn deel, de teksten voorgedrukt, alleen je naam nog maar optekenen, want zie nog maar iets origineels te bedenken voor die nieuwe baby, de verhuisde vriendin, de hartgebrokene zus. De life events zijn aan inflatie onderhevig, zoveel komen ze voor en zo doodnormaal zijn ze geworden.


Wat een vreemde tegenstelling. Hoe een zoveel bezongen en verfilmd fenomeen als een gebroken hart enerzijds zo ‘normaal’ en herkenbaar is voor iedereen, en anderzijds zo allesverpletterend en bodemloos verdrietig is. Er is geen hallmark kaart die de unieke ervaring, voor de unieke ziel, met z’n unieke DNA en z’n unieke brievenbus kan beschrijven. Als de liefde is beëindigd krijg je soms pas écht zicht op alles waar hij uit bestond. Het zijn onnoemelijk veel kleine zandkorrels die het strand vormden en waar we onze handdoekjes op hadden uitgespreid het afgelopen decennium. 


De zorgvuldig doorgespitte kranten van de een en de groeiende stapels ongelezen Volkskranten van de ander, die grote moedervlek, boevenkop bij plagerijtjes, sweets en liefje, yoghurt en kwark, ontbijtliefhebbers. De geur van een deo, de bedachtzaamheid bij veters strikken, een overhemd schikken, het gehaaste graaien in een tas want net te laat en dan nog even zwaaien, de stapel kleding op de badrand, het teveel aan kaas en ossenhaas, de zoete broodjes als verrassing, het bananenbrood voor onderweg, de praatjes pot met iedereen achter een loket, de hang naar avontuur en voluit willen leven, de specifieke aaitechniek van de kat, het immer vergeten palletje bij de vouwwagen en het wakker maken als de wekker weer is weggedrukt. 


Het aan de rand willen in een restaurant, de debiel gevulde koelkast, voorliefde voor glas rood, weizen en hekel aan het Franse ‘kattenvoer’, de perfecte aardappels uit de oven. Een kus bij vertrek, de lieve troostarmen bij stress en tegenslag, de slingers bij verjaardag, de versgeperste jus, oude kaas, pepermuntthee, en onverzadigbare chocoladebehoefte, de boodschappenstrijd tussen Picnic en zelf halen. 


Het snelle koken versus aandachtig roeren, de ontplofte keuken, samen gieren om de Big Bang Theory, de onuitputtelijke autofilmpjes, hekel aan fruittoetjes, de manie en prateritis na hardlooprondjes, opbloeien bij neefjes, nichtjes, vriendenkinderen, het specifieke ideale volume vinden van de muziek in huis, Fat Freddy’s en Dominik Eulberg. 


Alle honderd verschillende lachjes en pijntjes kunnen thuisbrengen, weten wanneer buik- en hoofdpijn een emotionele grond heeft, de ondeugende blik bij een nieuwe autodroom, herkenning van hormonale scherpte, vastigheid geven bij wiebeligheid, zachtheid geven bij rechtlijnigheid, samen opbloeien bij hikes die nét te zwaar zijn, het restaurant liever niet verlaten zonder toetje en grappa, het slaperige lepelen, de nog altijd wederzijdse bewondering van elkaars billen, lange haren van de een, sterke armen van de ander. 


Aanvoelen wanneer er behoefte is aan verwarmend vuurtje, dekentje, kop thee. De tranen door de ‘prima hoor’ kunnen zien, de onmacht van de ander voelen bij het zwijgen. Weten wat je moet zeggen om elkaar boos te krijgen, en wanneer en hoe je weer kunt lijmen.


Je verwarmd en een team voelen bij de herinneringen die onze telefoons maken, bij de foto’s aan de muur, in de boeken. Al van kilometers ver weten of de ander gaat klikken met iemand nieuw, al gaan lachen bij ‘a lovely day’ vanwege de hekel aan het langgerekte daaaaaayyyyy, Gerard Ekdoms bbq box als compromis voor de op reis-playlist, de uitgebreide zondagse borrelplanken, elkaars begrafenisliedjes weten.


Maar wat als je niet meer lekker ligt op dat strand? Door zandstormen of dreigende luchten? Een nieuwe voorliefde voor het bos? Een te kleine handdoek? Liever willen lopen dan liggen? Te mul zand?


We hebben een schitterend strand gebouwd, korrel voor korrel, maar het zal niet meer ons gezamenlijk decor zijn. Het was vaak zo’n mooi strand goddomme. Wat een vreselijk gemis.