Pizzavlekken en joggingbroeken

2016-02-19 10.49.37Laatst kwam ik met dikke vette rugzak en twee volgepropte losse tasjes op werk aan. Waar ik al die troep voor nodig had? vroeg de ene collega, en of daar al m’n psychologische trucen in zaten? Vroeg de ander. ‘Ik kom bij de vriend vandaan, daar was ik dit weekend’. Waarom ik dan onze halve huisraad mee moest nemen, of we een weekend weg waren geweest, had ik het niet kunnen laten liggen? Ik woon toch gewoon samen?

….

En vervolgens een ongemakkelijk: ‘oh eeeehh niet? hoezo niet?’

‘Kijk’, zeg ik dan, ‘we vinden elkaar lief, ik vind zijn huis lief, maar mijn huis is ook best goed te pruimen. Ik heb een buurt met honderd zonnestudio’s en winkels die je nooit nodig hebt maar dat vind ik toch een fijn idee. Hij heeft een huis met gave gadgets en design maar weinig winkels. Waarom moeten we al deze huizenliefde en mensenliefde beperken tot 1 onderkomen?’ Ik vertel ze ook dat ik in hormonale bui mezelf wil kunnen afschermen van iedere sterveling en dus ook de boyfriend en zodoende nog een toevluchtsoord achter de hand moet hebben. Ook zeg ik de mensen dat ik de boyfriend 90% van de tijd verpletterend leuk vind, maar als hij honger heeft, autofilmpjes kijkt of ergens mee zit en hij natuurlijk niet weet waarmee want het is een man, vind ik dat hij beter in zijn designhuis kan blijven en ik in mijn huis in de fijne winkelbuurt.

Dit zeg ik dan, met flink veel knipogen, anders denken ze dat ik gek ben, want voorbij de dertig is samenwonen de bedoeling. Het hoort, je wilt dat, je doet er niet moeilijk over. Samenwonen is net als tongen op je 22ste in de kroeg. Of na een onenightstand met je galadate om 10.00 ’s ochtends de walk of shame doen in je deftige jurk. Men kijkt er niet van op. Dat ik het eng vind zeg ik maar niet. Want ik ben 31 en dan maak je je druk om baby’s maken, baby’s krijgen, of over wel/niet borstvoeden, niet om samenwonen.

Het lijkt me heerlijk om niet meer als pakezel door de stad te torsen onderweg naar een weekend met hem. En om wakker te worden met echte kusjes in plaats van whatsapp kusjes. Of om niet twee bakken met geld in de huizenmarkt te storten, maar slechts één bak. Maar ik zou mezelf verbazen als het enkel bleef bij een plezierig vooruitzicht. Ik vind het dus spannend dat ik alles in een plunjezak moet stoppen en mijn juweeltjes van IKEA, mijn grote vrienden Karlstadt en Expedit, als marktwaar moet gaan aanprijzen. Of weggeven. Eng omdat ik dan een soort Tom Sawyer ben met lege handen en ik al allerlei rampscenario’s bedenk waarin lege handen niet echt van pas komen. Eng omdat ik niet goed de vaatwasser kan inruimen en hij wel en hij mijn ingeruimde vaatwasser dan opnieuw doet en ik dan pissig word en we dan ruzie krijgen en het dan ongezellig is en ik dan naar mijn huis wil maar mijn huis is er niet meer. Eng omdat ik heel graag crackers in bed eet en hij dat wanstaltig vies vindt en ik het toch stiekem zal doen en hij me zal betrappen want hij vindt natuurlijk kruimels. En dan kijkt hij met een getver-blik in plaats van een ik word helemaal wild van je-blik en dan word ik langzaam de cracker etende vrouw in plaats van de sexy vriendin. Eng omdat we misschien wel elke avond onze joggingbroek met oude pizzavlekken aantrekken en gaan netflixen of erger nog: op een apart scherm naast elkaar naar andere series kijken. Eng omdat we dan niet meer mysterieus voor elkaar zijn, maar elkaars scheten horen en niet meer kunnen verbergen dat we die hele zak chips hebben opgegeten onder het koken.

Dus nu doen we een proef. Een samenwoonproef. Compleet met samen de was doen, kleding die op vrijgemaakte planken ligt, waarbij ik mijn sokken in huis laat slingeren, stiekem prullaria ergens anders neerzet en in het geheim een crackertje verorber hier en daar. De tussenstand: meer kaarsen aan dan huispakken so far. Pfieuw.