Ik schaam dus ik ben
“In andermans hoofd is het slecht toeven”.
Dat las ik ooit in een psychologische roman. Een citaat van rasoptimist Schopenhauer. Jezelf altijd bekijken door andermans bril is niet noodzakelijk een prettige aangelegenheid. Aldus mijn interpretatie.
Ik moet vaak aan deze uitspraak denken. Als ik weer eens sorry zeg tegen een ander.
‘Sorry dat ik in een klein huis woon’, ‘sorry dat ik 39 graden koorts heb en niet naar je verjaardag kan komen, sorry ik voel me superschuldig ook al ijl ik de ene koortsdroom na de ander’, ‘sorry dat ik misschien heel moe overkom’, ‘sorry dat ik ikea-meubelen heb’.
Ja ik zeg maar vast sorry, want jij denkt natuurlijk dat ik een groter huis niet kan betalen, en je denkt natuurlijk dat ik geen loyale vriendin ben en geen zin heb in je verjaardag en dat ik misschien geen interesse heb ik je verhaal als ik 1 keer op de avond gaap. En ikea-meubelen, tsja, die zijn goedkoop en ‘standaard’ en jij vindt mij nu vast een oninspirerend persoon. Dus ook sorry daarvoor. Ik schaam me namelijk, want jij denkt ongetwijfeld al die dingen. Ik weet het zeker. Ik ben dus ik schaam. En zeg sorry.
Als ik zelf ergens kom in een klein huis met ikea-meubelen, bij een vriendin wiens mond voortdurend gapen slaakt, die wallen heeft en mijn verjaardag niet heeft kunnen bezoeken, ben ik best mild. Waarschijnlijk vind ik het een leuk huis, want groot is niet perse beter, zie ik de leuke persoonlijke spullen die haar huis sieren in plaats van de expedit en de billy en heb ik met haar te doen, omdat ze wellicht slecht heeft geslapen en een drukke werkdag heeft gehad.
Wat vermoeiend toch. Jezelf schamen. In de psychologie wordt schaamte in de eerste plaats gezien als een positieve emotie; wie zich schaamt, past zijn gedrag aan. Vanuit evolutionair perspectief een prachtig mechanisme; om te overleven heb je een groep nodig. In je eentje is het saai en ingewikkeld en ben je kwetsbaarder. En om bij zo’n groep te horen en er in opgenomen te blijven, moet je geaccepteerd worden. En dus zijn andermans goedkeuring en acceptatie belangrijk. Schaamte is dus een raadgever. Je voldoet niet aan bepaalde verwachtingen van jezelf of van anderen en zodoende zorgt het onprettige gevoel van schaamte bij de meeste mensen voor gedragsverandering. En dus is schaamte functioneel.
Tot op zekere hoogte.
Schaamte is echter niet altijd zo’n fijne emotie. Schaamte treedt bovendien vaak op in situaties waarin sociale afwijzing dreigt. Als iemand zich schaamt is hij bang niet te voldoen aan de eisen van zichzelf of van een ander. Schaamtegevoelige mensen overschatten die eisen nogal eens.
En verwarren hun stiekeme eigen ideaalbeeld met dat van de ander. ‘Hij zal het wel stom vinden dat ik dat heb gezegd, ik schaam me dood’. Kans is groot dat die ander niet zo streng is en de schaamtegevoelige zijn eigen vermeende fout niet tolereert.
Bovendien kun je je afvragen of je altijd andermans goedkeuring nodig hebt. Als je vriendin het wel echt stom vindt dat je zoveel gaapt, betekent dit dan direct dat ze de vriendschap verbreekt? Als iemand je huis maar klein vindt en een uitgesproken haat koestert jegens ikea-meubilair, wijst iemand jou dan in z’n geheel af? Jou met je goede kookkunsten en je humor en je aardigheid en sportiviteit. En je ikea-meubels.
Het antwoord is evident.
Ondertussen is dit weer een lang verhaal geworden. Sorry daarvoor. Je zult me wel een saaie zever vinden.