Girlcrush

In de afgelopen jaren heb ik vaak met cliënten voor de tv gezeten, stond ik met ze onder de douche, of schoof aan tijdens het eten. Niet echt met bloot en samen pasta puttanesca maken en The Crown kijken, maar in gedachten namen ze mij als therapeut en de boodschappen uit de sessie vaak mee naar huis. 


Het wordt over het algemeen in de psychiatrie beschouwd als een goed teken als mensen je meenemen, want dan is men zich aan het hechten, en is er blijkbaar vertrouwen en motivatie. Vooral bij langduriger therapie, zoals schematherapie, hoor je regelmatig terug dat je aanwezig bent in iemands sociale kring of dat je er tegen je zin in bij bent gehaald om iets af te dwingen bij een ander. ‘Anke zegt ook dat mijn behoeftes heel erg belangrijk zijn’. Of ‘dit is precies die trigger waar Anke het ook over heeft, dus ik kan er niks aan doen dat ik nu zo reageer, dat is mijn oude pijn’.


Eehm, tsja, zo ongeveer heb ik het bedoeld ja, maar je hebt wel even alle context achterwege gelaten. Soms voel ik me erdoor gevleid, soms gespannen, me ineens bewust van de rol die ik inneem en die niet eindigt bij de deur van mijn werkkamer, en soms voel ik bezorgdheid; worden mijn ideeën daar in die huiskamer wel vertaald zoals ik ze bedoeld heb? (Spoiler: nee, vaak niet).


Die intieme relatie is alleen vrij eenzijdig en dat levert soms een ingewikkelde dans op van afstand en nabijheid. Want met dat groeiende vertrouwen en die groeiende openheid van cliënt naar therapeut groeit vaak ook de nieuwsgierigheid. Het is best kwetsbaar en moeilijk dat je je diepe zielenroerselen op tafel legt bij iemand van wie je nauwelijks iets weet. Misschien stem ik PVV, heb ik een hekel aan dieren, zit ik vooral in m’n havermelkelitebubbel, ben ik een curlingmoeder of ben ik aartslui, ze weten maar voor een deel welk vlees ze in de kuip hebben. Soms is het overduidelijk dat mensen je hebben gegoogled, omdat ze een opmerking maken over hardlopen of een reisfoto. Soms vragen ze omslachtig iets over woonplaats of huwelijkse staat, en zodra dat bekend is tussen neus en lippen door naar eventuele kinderen. Een enkele keer wordt er ongegeneerd gevist of gevraagd. Toen ik een keer naar het ziekenhuis moest vroeg een cliënt met beperkte sociale antennes onomwonden: ‘Probeer je soms zwanger te worden?’


In schematherapie is het echter niet ongewoon om als therapeut wat meer van jezelf te laten zien. Het is allemaal voor de goede zaak en je voorziet deels in de gemiste basisbehoeften van de client, zoals de behoefte aan verbinding, autonomie en zelfexpressie. Mensen gaan de therapeut vaak ook een beetje idealiseren, boos op ze zijn, raken nieuwsgierig en gaan over ze nadenken buiten de sessies om. ‘Wat zou ze aan het doen zijn?’, ‘hoe brengt zij haar weekend door?’ Maar zo af en toe willen mensen ook connecten op social media, je persoonlijke mening weten over actualiteiten (‘ik haat het nieuws en ben amper op de hoogte en heb al 8 keer een Volkskrant abonnement gehad dat vooral sponsoring was van de papierbak’ deel ik voor de zekerheid maar niet) of dingen weten over jouw levensgeschiedenis, en daar ligt wel een grens. Ik heb in mijn privéleven de neiging om veel te delen met mensen, vanuit enthousiasme en impulsiviteit, en dat is iets wat in therapie niet zomaar kan. Het kost me soms best wat extra zelfcontrole.


Maar nu. Hoezeer ik ook begrip heb voor de gepaste afstand van therapeuten, van de worsteling hiermee als je met een patiënt gewoon goed klikt, ik zit nu ook zelf aan de andere kant van de tafel, en god o god o god. Ik dacht dat ik als behandelaar de hele dans van hechting en idealiseren en nieuwsgierigheid wel zou ontspringen, maar ik lijk wel een kleuter met een girlcrush op de juf.


Ik heb werkelijk kostbare uren van mijn dag besteed aan googlesessies. Ik ken elke foto van haar uit m’n hoofd en heb aan de hand van haar CV op Linkedin berekend hoe oud ze ongeveer is. Dat ik dat best had kunnen vragen zegt misschien iets over het thema in de therapie waar ik nog wat werk te doen heb. Maar het wordt nog beter; omdat ze heel erg lijkt op mijn achterbuurvrouw heb ik hun namen in allerlei combinaties gezet en bekeken in de krochten van het internet of er een connectie zou zijn. Waarom dat interessant zou zijn weet ik eigenlijk niet, maar elke vezel informatie helpt me bij de beeldvorming. En de beeldvorming is natuurlijk erg belangrijk voor…Ehm…Ja nou gewoon…Snap je?


Ik zuig elk flintertje dat ze met me deelt over haar leven op en construeer mijn verhaal over haar. Ze is ongeveer 45, houdt van hardlopen, wilde ooit een marathon lopen maar haakte af in de training en ze zoekt een yogaschool. Op zaterdag gaat ze naar de markt met een vriendin en overdag vaak even rusten, om bij mij aan de man te brengen dat rusten heel normaal is. Ze had een emotioneel jaar vorig jaar dus ze is best menselijk en deze week gaat de therapie niet door omdat ze gaat skiën. En ik mis het dus. Ik mis de routine van de donderdagochtend van hardlopen, daarna fietsen naar de andere kant van Rotterdam voor de sessie, daarna een rondje wandelen door het park. Ik mis de ruimte waar je dingen leert over jezelf, waar ik de boeken in de kast ken en waar ze telkens herhaalt dat alles welkom is. 


Het gemiste uur van deze week heb ik gelukkig nuttig besteed met nadenken over de vraag of ze kinderen heeft en hoe ze dan heten, en welke films ze heeft gezien, welke boeken ze leest en of ze een partner heeft en of ze een ochtend of avondmens is. Ik zou best met haar in de kroeg willen zitten, en m’n hart breekt een klein beetje bij het besef dat ze over een paar jaar denkt: Anke? Oh ja, volgens mij had ik die in behandeling, maar ik kan haar even niet meer voor de geest halen.


Als kleuter met de girlcrush kijk ik met verbazing naar de wonderlijkheid van haar beroep, waarin ik slechts een klein deeltje ben in haar agenda, maar zij in de mijne zo groot en belangrijk is. Waarin zij haar eigen zielenroerselen aan de kant schuift, en ik mijn hele interne wereld daar op tafel mag leggen. Waarin zij zich in moet lezen om te herinneren waar we het over hebben gehad, terwijl elke blik en zin van haar bij mij in het geheugen gebeiteld staan. Waarin zij moet verdragen, afstand bewaren én verbinden tegelijk en ik me enkel mag laten leiden in deze dans. Om de dag erna zelf weer doodleuk plaats te nemen op de therapeutenstoel, waar ik mijn agenda doorneem met afspraken erin die volwaardige levens bevatten, dansjes van afstand en nabijheid voer en een hechtingsfiguur, of toch op z’n minst een neutraal klankbord, probeer te zijn. Als een gemankeerd mens, net als iedereen, alleen met een andere pet op.