Doodlopend spoor
Er is iets geks aan de hand. Heer coupegenoot, die kortstondige praatjes startte, en die wachtte buiten de trein om nog even een prettige dag te wensen…..is verdwenen.
Eerder schreef ik al hoe ons forensen gekeuvel een lichte deuk kreeg toen hij met de hese, hooggehakte Brunette uit de coupe grapjes begon te maken en koetjes en kalfjes uit ging wisselen. Een goedemorgen kon er niet meer af. Of soms wel, maar dan zijdelings. Of alleen als zij er niet was. Het was mijn straf voor het feit dat ik soms ging nep-slapen als ik even geen zin had in z’n prietpraat. Doet z’n vrouw vast ook vaak. En dus zocht hij zijn heil ergens anders. Simpele ziel.
Maar nu is hij dus foetsie. Het is natuurlijk inherent aan oppervlakkig reiscontact. Je kunt elkaar jarenlang goedemorgen zeggen, maar als je opeens een andere baan hebt ga je niet nog een afscheidsritje met de trein maken. Nog een laatste ererondje van Leiden naar Utrecht waarbij je coupegenoten voor de laatste keer voorspoedige treinreizen wenst en alle geluk in OV land. Dat doe je niet. Maar ja, wie hoort er nu op dinsdag dat ‘ie een nieuwe baan heeft en gaat daar meteen woensdag beginnen?! Wie?! Wie?! Wie?!
Heer coupegenoot had best kunnen aankondigen dat er een carriereswitch aan zat te komen en dat hij per augustus niet meer in de laatste coupe op spoor 19 te vinden zou zijn.
Vakanties kondigt hij meestal wel aan. Zielig eigenlijk he. ‘nou eeh, ik ga dus op vakantie, dus tot over 3 weken’. Echt hoor. En dan vroeg ik waar hij heen ging en dan ging hij bijv. met vrouw en kinderen naar Zwitserland. Ouwe viespeuk is het. Een beetje met jonge vrouwen keuvelen en die trouwring stiekem wegmoffelen in de handpalm. En dan kwam hij terug en dan vroeg ik standaard vakantiedingen zoals ‘heb je een beetje weer gehad?’ en ‘ben je weer lekker helemaal opgeladen?’
Maar dat heeft hij nu niet gedaan dus het is vast geen vakantie. Wat als ‘ie nou ziek is. Of een ongeluk heeft gehad. Dat is gek! Dat zal ik dan nooit weten. Ik kan hem geen sinaasappel aanbieden of beterschap wensen en blijf levenslang in het ongewisse. Oppervlakkig contact of niet, ik vind dat een raar idee.
Het moge duidelijk zijn dat een andere baan of ziekte nog op m’n begrip kunnen rekenen, maar wat ook nog zou kunnen, en dat maakt me toch een beetje boos, is dat heer coupegenoot er vandoor is gegaan. Mét hese hooggehakte brunette. Naar een ándere coupe! Hoogverraad zou dat zijn. Ik ben in staat om andere treinstellen nonachalant te bezoeken om een glimp van hem en zijn OV-minnares op te vangen. Maar daar heb ik nu eenvoudigweg geen zin in. Ik geef m’n territorium niet zomaar op. Nee hoor, als ik maar lang genoeg doe alsof het me niet eens is opgevallen dat hij elders zijn treinreis doorbrengt, komt hij vanzelf terug. Met z’n hangende pootjes met trouw- en zegelring.
Nu ondertussen maar even de rouwadvertenties checken.