De wens en de ring
Ik ben een tante
De tante van het verwennen, de kindersurpriseeieren, de tante van de kampeerauto,
Van broodsushi, fruitdieren en gekke bekken
Ik ben een tante
Die verstoken van de zwaarte van het moederschap
Nog energie heeft voor honderd rondjes met de speelgoedtrein, gek doen op straat, praten met rare stemmetjes
Die babyshark, K3 en Gi-ga-groen nog horen kan
Ik ben een moeder zonder kind
Moederlijk naar velen
Maar ze allen niet gedragen, enkel getild
Die met interesse en geduld de kindergeest verkent
Die wil weten, helpen en sussen
Wil zingen, dansen en spelen
Ik ben een moeder zonder kind
Die enkel bij het eten van kikkererwten, chocola en die enorme borrelplank
Eruit kan zien alsof ze er eentje verwacht
Ik ben een wensmoeder
Zo zeggen ze dat in België
Die enkel embryo’s bezat
Nog niet klaar om te groeien tot een appelpit, druif of kiwi
Al zou zelfs een mango me maar gegund zijn
Ik heb de standaard al verlaagd
Naar de nachtmerrie van een mango die stopt met groeien
Kon ik maar even groei hebben gevoeld
Ik ben een wensmoeder
Met een berg brieven, rekeningen, schema’s
Een wensmoeder met een master in de voortplantingsbiologie
Bezitter van een jargon dat m’n vrienden niet beheersen
Ik spreek geen ‘moeders’, zij geen ‘wensmoeders’
Ik heb wensmoederjargon en een Google Drive met de map ‘ziekenhuis’
Die zes submappen telt
Ik ben geëvolueerd van een naïeve, verheugende 33-jarige,
Van een fantaserende, hoopvolle, opgewonden vrouw
Die nadenkt over babynamen, ovuleert, baby’s maakt in een bed in plaats van een lab,
Naar een 38-jarig wiebelig schepsel
Wiens lichaam panikeert en verkrampt
Anticiperend op teleurstelling
Wiens lijf uit zichzelf reageert,
zonder tussenkomst van cortex
The body keeps the score
De score is 7 sesamzaadjes
Ik ben verworden tot een robot met een wens,
Met een enorme map, een hotline met het ziekenhuis, een slinkende frustratietolerantie
Ik bel, zoek uit, sorteer, betaal
Ik ga van kastjes naar muren
Ik voer schema’s uit, prik en slik
Letterlijk en figuurlijk
Slik ik het hele rariteitenkabinet van het zorgstelsel
Maar niet meer voor zoete koek
In de ene hand houd ik nog krampachtig een zoet broodje
In de andere een handdoek
Ik wentel me in de suikerige zoete belofte van de ene hand
Maar in mijn vizier heb ik de ring