De wachtende vrouw
Ik was aan het uiteten met de man en we waren blij. Of althans, ik. Hij had een shitdag en we gingen uit eten met wijn want alcohol en ellende gaan goed samen (helaas en gelukkig). We waren in ons werkkloffie op pad gegaan, en hadden wel 20 stappen gelopen naar de buurttoko om daar neer te ploffen. We keuvelden over de shitheid van de dag, en hij hoorde mijn geleuter aan over hardlopen en het bespeuren van een nieuwe beenspier. Mijn goede humeur werd heel goed, zijn slechte humeur medium goed. Eigenlijk een normale avond, een man en en vrouw die aten en af een toe klef deden.
Na een half uur kwam er een vrouw tegenover ons zitten. Rond de 30. Duidelijk niet in haar werkkloffie, of ze had heel opgedofd werk. Ze was alleen en bestelde witte wijn. Alleen weggaan is hip tegenwoordig. Er zitten vaak zat mensen op het terras van de buurttoko met een tijdschrift en een maal maar zonder gezelschap. Zij had geen tijdschrift, alleen maar mooie nagels die ze veel bestudeerde. Net als haar telefoon. Ze keek rond zoals mensen doen als ze zich bekeken voelen, zichzelf bekijkend door andermans ogen. Wat de andere ogen zagen beviel blijkbaar niet want ze ging vaak verzitten, herschikte haar lokken of nam een nonchalant slokje wijn. Ze keek een beetje omhoog, zodat ze geen oogcontact hoefde te maken met eventuele meelevende blikken.
Ze wachtte op een man. Overduidelijk. Als je op een vriendin wacht ga je ondertussen gewoon gezellig bellen met de halve wereld, maar niet als je wacht op een man. Want dan wil je precies regisseren hoe je kijkt en zit en lacht en wil je liever niet net hinniken als een paard als je vriendin vertelt dat ze Halina Reijn weer eens zag op tv zag en een beetje kotste in haar mond. Ze zat inmiddels al gauw 10 minuten te wachten en voelde zich niet op haar gemak. Ik zag haar en dacht aan mijn eigen mislukte dates, toffe ontmoetingen, gênante scharrelervaringen, onbezonnen avonturen, op hol geslagen en gebroken harten van een paar jaar geleden. Aan hoe ik vaak niet alleen teleurgesteld raakte in een ander, maar ook in mezelf, omdat ik nu toch echt zéker wist dat dit een normale leuke vent was, in plaats van een afzeggend en eromheendraaiend stuk vreten. Maar in plaats daarvan bleek het per ongeluk dan toch een schofterige Amsterdammer die op tijd had aangekondigd twee uur later te zijn maar alsnog afbelde omdat er iets ergs en naars tussen was gekomen. En die dan na uren, waarin ik met vriendin keihard probeerde niet verbitterd te zijn en echtechtecht probeerde te geloven dat er iets vervelends was met zijn oma (kwijt, dood, gek geworden), met vermoorde onschuld vertelde, dat er een leuke dame was blijven slapen die maar niet weg wilde. Ooooh joh! Tuurlijk gast, heb ik ook precies NUL keer gehad en trouwens: zielig voor je, bevrediging.
Als ik dat vrijgezellenleven zou samenvatten denk ik vooral: wát een gedóe was dát. Kapot heb ik me gelachen, vooral om mijn eigen stupiditeit, absurd gedrag van heren in kwestie of om eigen psychotische verliefdheid, maar gedoe was het hoe dan ook. Was je eindelijk senang met je dateloosheid, begon de mensheid te vragen (zeuren) ‘of je nog een projectje had want anders kenden zij nog wel iemand’ en zodra jij en je baarmoeder helemaal klaar waren om je te committeren aan seks met één en dezelfde persoon voor eeuwig en altijd, dan had hij er na twee weken al weer genoeg van. Wachten bij je telefoon (wat er met een smartphone toch niet zo treurig uitziet als het filmische wachten bij de vaste telefoon), wachten op die zoen, wachten op een nieuwe date, wachten op een liefdesverklaring en dat allemaal met de grootst mogelijke nonchalance, want erop wachten, dat deden jij en je gave leven natuurlijk niet.
Ondertussen waren we een half uur verder. Ze zat nog steeds alleen. Ze keek al vrij vaak op haar mobiel, maar nu nog wat meer en ze ademde nu irritatie. Ze zocht ook meer oogcontact met de mensen om haar heen. Want dat je een kwartier wacht ligt misschien aan jezelf. Jij bent iemand die wacht en dus een beetje sneu. Maar een half uur wachten ligt niet aan jou, dan is de ander overduidelijk in gebreke gebleven en ze zocht dus medestand. Onze blikken vonden elkaar een paar keer per ongeluk, maar ik wist niet hoe ik moest kijken. Mijn ‘ik snap je, je vindt het een ploert, maar toch blijf je wachten en je haat jezelf er een beetje om’-blik werd per ongeluk te meelijwekkend.
Ik wilde als een Miranda uit Sex and the City naar haar toegaan en zeggen zoals zij ook deed in een geliefde scene: ga naar huis, jammerdebammer van je date, je bent een projectje armer, maar morgen vind je jezelf echt leuker als je weg bent gegaan. But I didn’t. Want ik wilde niet dat belerende wijf zijn die een ander badinerend haar eigen opgedane mannen-‘wijsheden’ ging opdringen. En bovendien heb geen kordaat rood kort haar als Miranda en zat ik net nog de man in zijn nek te kussen dus ze zou me sowieso haten.
Door al dat vele wachten als zogenaamde happy single word ik nog steeds vaak boos als de man te laat is, ‘Door jou ben ik nu ben een wachtende vrouw en voel ik me sneu-heu’.
‘Uuh, hallo, wacht dan niet, dat heb ik toch niet van je gevraagd?!’.
Soms hè. Zegt hij dus verdomd zinnige dingen.
(Hopelijk is ze met opgeven hoofd langs de Appie gegaan voor Tony C., heeft ze zich fijn geïnstalleerd voor de nieuwe afleveringen van Bloodline en werd het wachten op het nieuwe seizoen wel beloond)